Het symposium begint om 10.30 en eindigt om 16.00. Het symposium is in het Academiegebouw op het Domplein te Utrecht.
11.00–11.50
Marie-Colette van Lieshout Centrum voor Wiskunde & Informatica, Universiteit Twente Puntprocesmodellen voor aardbevingen, toegepast op data uit Groningen en Kashmir |
In deze voordracht zal ik een overzicht geven van modellen en technieken uit de theorie van ruimtelijke puntprocessen die gebruikt kunnen worden om data over het optreden van aardbevingen te analyseren. We zullen daarbij aandacht besteden aan een aantal belangrijke statistische thema’s, te weten: momentschatters, ruimtelijke regressie, Poissonclusterprocessen en het toetsen van hypothesen. We zullen deze technieken illustreren aan de hand van twee voorbeelden: data over de aardbevingsramp in Kashmir in 2005; en gegevens over geïnduceerde aardbevingen in het Groninger gasveld.
|
De aarde warmt op; vanaf de industrialisatie is de gemiddelde temperatuur op aarde toegenomen (met een tempo dat erg snel is voor klimatologische begrippen) en is er sprake van klimaatverandering. Over de gevolgen hiervan wordt al meer dan een eeuw gespeculeerd en deze worden met het jaar concreter. Een aantal voorbeelden uit 2019: extreme droogte, extreme neerslag met overstromingen, toename in hoeveelheid en intensiteit van bosbranden, smeltende ijskappen, en heftigere stormen. Om deze negatieve gevolgen te beperken zijn er internationaal afspraken gemaakt om de opwarming van de aarde te beteugelen. Centraal staat hierin de doelstelling om deze opwarming te beperken tot twee graden Celsius (ten opzichte van het pre-industriële tijdperk). Op het moment is het echter nog onzeker of deze afspraken wel genoeg zijn; met andere woorden, misschien is twee graden wel te veel.
Deze onzekerheid komt voort uit de complexiteit van het klimaatsysteem. De gevolgen van klimaatverandering zorgen zelf namelijk weer voor een verdere verandering aan het klimaat. Als bijvoorbeeld het ijs op aarde smelt, zal er minder zonlicht weerkaatst worden en wordt het dus nóg warmer. Meer technisch gesproken: het klimaat is een niet-lineair dynamisch systeem. Tijdens deze voordracht wordt uiteengezet hoe dergelijke systemen wiskundig benaderd worden. In het bijzonder wordt stilgestaan bij het aanwezig zijn van zogenoemde kantelpunten in deze systemen: situaties wanneer een ogenschijnlijk kleine verandering (bijvoorbeeld een paar graden) plots toch drastische effecten heeft op de toestand van het systeem (bijvoorbeeld het klimaat). Aan de hand van een aantal relatief simpele modellen wordt getoond hoe wiskunde centraal staat in het begrijpen van het klimaatsysteem, maar ook waarom het zo moeilijk is om een antwoord te geven op de vraag of twee graden te veel is. |
12.00–12.50
Robbin Bastiaansen Universiteit Leiden/Universiteit Utrecht Kantelpunten in het klimaat: is twee graden te veel? |
14.00–14.50
Kaj-Ivar van der Wijst Planbureau voor de Leefomgeving Onzekerheid in internationaal klimaatbeleid: kosten, koolstof en keuzes |
Klimaatverandering komt steeds vaker in het nieuws: de impact van een opwarmende aarde, een stijgende zeespiegel en extreem weer worden zichtbaarder en voelbaarder. Maar ook de maatregelen om deze effecten tegen te gaan, de mitigatiemaatregelen, worden steeds actueler: het Klimaatakkoord van afgelopen jaar en de Urgenda-zaak hebben al tot veel discussie geleid.
Het is echter van groot belang om ook buiten de grenzen van ons land te kijken. Op internationaal gebied is in 2015 het Parijsakkoord geratificeerd, waarin wereldleiders hebben afgesproken om de opwarming van de aarde te limiteren tot 2°C in 2100. Ondanks de simpele formulering van dit doel is het klimaatprobleem uiterst complex, door de vele interacties tussen socio-economische aspecten (bevolking, economie, technologie, landbouw...), geo-fysische aspecten (invloed van CO2 op wereldtemperatuur, impacts van klimaatverandering) en politieke aspecten. Om toch een beeld te krijgen van de mogelijke paden om het Parijs-doel te halen gebruiken wetenschappers en beleidmakers modellen die al deze aspecten combineren. Ondanks de geavanceerde staat van deze modellen blijft er nog veel onzekerheid over. Hierbij is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen fysische onzekerheid (inherent aan de fysische wereld waar we in leven), model-spreiding (door de verschillende manieren en aannames om de processen te modelleren) en keuzes (de beleids- en morele vragen). Tijdens deze lezing gaan we hier dieper op in en proberen we antwoord te krijgen op de volgende belangrijke vragen:
|
Deze voordracht is in het Engels.
Clustering of extremes has a large societal impact. The extremal index, a number in the unit interval, is a key parameter in modelling the clustering of extremes. We build a connection between the extremal index and the stable tail dependence function, which enables us to compute the value of extremal indices for some time series models. We also construct a nonparametric estimator of the extremal index and an estimation procedure to verify D(d)(un) condition, a local dependence condition often assumed for studying the extremal index. We prove that the estimator is asymptotically normal. The simulation study which compares our estimator to two existing methods shows that our method has better finite sample properties. We apply our method to estimate the expected durations of heatwaves in the Netherlands and in Greece. |
15.10–16.00
Juan-Juan Cai TU Delft A nonparametric estimator of the extremal index with an application on estimating a heatwave’s duration |